
JAN CREMER
Jan Cremer (Enschede, 20 april 1940) is een Nederlandse schrijver en beeldend kunstenaar. Jan Cremer is vooral bekend van de roman Ik, Jan Cremer uit 1964 en Ik Jan Cremer, tweede boek uit 1966. Zijn tweede boek is weleens vergeleken met On the Road van Jack Kerouac. Cremer heeft een scherp oor voor vulgair, humoristisch taalgebruik en oog voor de absurde kant van de Amerikaanse glamourwereld, wat hem verwant maakt aan respectievelijk Louis-Ferdinand Céline en Nathanael West, vooral in Ik, Jan Cremer Derde Boek en Made in U.S.A.
Jan Cremer genoot onderwijs aan de kunstacademies van Arnhem en Den Haag, waar hij gewoond heeft in de Annastraat. Cremers literatuur en beeldende kunst vertonen opvallende overeenkomsten. Beide richten zich op het zich losmaken van traditionele esthetiek en eeuwenoude culturele bagage, zoals de volgende citaten[1] illustreren:
"Ik lees niet, ik word gelezen."
"Rembrandt? Wie is dat? Ik heb geen verstand van sport."
Beide citaten onthullen zijn vermogen tot choqueren of op zijn minst aandacht trekken en zichzelf verkopen als een lefgozer met bewijsbaar talent (vgl. James Dean): cultuur als een last ervaren past in dit plaatje. Met name Ik Jan Cremer, maar ook zijn 'peinture barbarisme', vergelijkbaar met die van Karel Appel, hebben een grote schok door de maatschappij doen gaan. Acties als het hangen van een kaartje van fl 1.000.000,- aan een schilderij (hij was toen slechts 18 jaar) en het luid toeterend langs het boekenbal crossen hebben hem tot enfant terrible van de Nederlandse beeldende kunst en literatuur gemaakt.





